Project omschrijving
2.4 Roy Cohn (deel 2)
Trump belde Roy dagelijks vele malen, volgens Cohn wel 15 tot 20 keer per dag. Cohn (1927-1986) schreef in zijn eigen autobiografie, die twee jaar na zijn dood verscheen: ‘Lessons that were never intended as lessons are the lessons you never forget’.1 Dat gold zeker voor zijn beste leerling. Zoals opgemerkt in hoofdstuk 1.14 realiseerde Trump zich misschien niet eens hoezeer zijn spiegelneuronen de kunst van het ‘deal-making’ had afgekeken van zijn leermeester Cohn, simpelweg door erbij te zijn en te kijken hoe zijn mentor het spel speelde op het hoogste niveau in Manhattan, de stad waar Trump absoluut wilde slagen.
Aangezien Cohn zelf al een beroemdheid was, lang voordat New York Donald Trump leerde kennen, kon ik putten uit het nodige materiaal om meer over hem en zijn leven te weten te komen. Zo had Cohn zelf een boek geschreven met de titel How to Stand up for your Rights and Win! Verder zijn er twee biografieën over deze kleurrijke advocaat verschenen, The Autobiography of Roy Cohn, geschreven door Sidney Zohn, en Citizen Cohn, geschreven door Nicholas von Hoffman. Er zijn onder meer een film en een filmdocumentaire aan hem gewijd en Cohns personage is regelmatig voorgekomen in toneelstukken en op de Amerikaanse televisie. Daarnaast zijn er in de loop der jaren honderden artikelen verschenen over deze bijzondere man, die hernieuwde aandacht kreeg na de presidentskandidatuur van Donald Trump. Voor beschrijvingen van Cohns kleurrijke leven, zijn befaamde feesten voor de elite van New York, zijn connectie met de eigenaren van discotheek Studio 54, of zijn aanpak als 24-jarige aanklager in de spionage-rechtzaak van het echtpaar Julius en Ethel Rosenberg in 1951 (resulterend in hun executie in 1953), verwijs ik de lezer naar zijn biografieën. Mij gaat het hier niet om het leven van Cohn zelf, maar om de invloed die hij heeft gehad op Trumps denken, doen en laten. Die invloed was enorm groot. Zonder Cohn had Trumps presidentschap er anders uit gezien en was het er misschien niet eens geweest.
THE ART OF COPYING COHN
Ik heb uit de vergelijking tussen het materiaal over Cohn en dat over Trump in totaal 23 ‘lessen’ gedestilleerd, die Trump volgens mij heeft afgekeken van Roy Cohn door jarenlang in zijn nabijheid te verkeren en goed op hem te letten. Donalds boek The Art of the Deal had wat mij betreft dan ook net zo goed The Art of Copying Cohn kunnen heten.
Deze impliciete lessen hielpen mij om te begrijpen hoe president Trump het politieke spel speelt en welke principes hij daarbij hanteert. Cohn zelf heeft ze nooit op deze wijze geordend, en Trump ook niet. Hij heeft ze wel volledig geïnternaliseerd. De telling is dan ook willekeurig, de titels zijn soms letterlijke citaten en soms door mij verwoord, hopelijk in stijl. Ik heb de lijst opgesplitst in drie delen, verdeeld over dit deel II en de delen III en IV. Hier volgen de eerste 9 ‘Copy Cohn’-lessen.
Copy Cohn – les 1. Fight back, attack and counter-attack
Toen de Democraten in het Congres na het verschijnen van het Mueller-rapport tientallen getuigen opriepen uit Trumps omgeving en vroegen om talrijke documenten, reageerde Trump vechtlustig: ‘We’re fighting all the subpoenas’.5 Dat was vintage Roy Cohn.
Trump beschreef in The Art of the Deal het gesprek dat hij begin jaren ’70 zou hebben gehad met Roy Cohn in Le Club, waar zij beiden lid waren. Ik zeg ‘zou hebben gehad’, omdat de twee mannen elkaar waarschijnlijk al jaren eerder hadden ontmoet en deze versie van Trump in mijn ogen iets te filmisch is.
Trump: ‘I said to him, “I don’t like lawyers. I think all they do is delay deals, instead of making deals, and every answer they give you is no, and they are always looking to settle instead of fight.” Cohn was het met hem eens.
Trump vervolgde: ‘I’m just not built that way. I’d rather fight than fold, because as soon you fold once, you get the reputation of being a folder. Het was de aanloop tot een gesprek over de aanklacht van de overheid tegen de organisatie van Fred en Donald Trump, wegens discriminatie tegen zwarte Amerikanen in de huurwoningen van de Trump Organization.
Trump: ‘What do you think I should do?’
FIGHT THE THING IN COURT
Cohn: ‘My view is tell them to go to hell and fight the thing in court.’ Dat antwoord beviel Donald wel. Cohns argumentatie ook: ‘and let them prove that you discriminated, which seems to me very difficult to do, in view of the fact that you have black tenants in the building.’ Cohn wilde Trumps zaak wel op zich nemen en ging het gevecht aan. Hij zei: ‘You’ll win hands down.’6
Trump: ‘I was nobody at the time, but he loved a good fight, and he took on my case. He went to court, and I went with him, and we fought the charges.’7
Vanaf dat moment is de rechtbank vertrouwd terrein geworden voor de Trump Organization. Trump heeft in zijn hele loopbaan meer dan 3.500 rechtzaken gevoerd. Dat aantal zou zonder Roy Cohn nooit zo zijn opgelopen.
SUE THEM
Twee maanden nadat de Trumps waren aangeklaagd door Justitie wegens discriminatie van zwarte huurders in 1973 diende Cohn een tegeneis in tegen de staat, met de bewering dat Justitie valse en misleidende berichten in de media hadden gedaan. Hij eiste $100 miljoen voor de Trump Organization, met als argumentatie dat de schade, ongeacht de uitkomst van de zaak, nooit volledig ongedaan gemaakt kon worden, omdat de oorspronkelijke krantenkoppen niet meer konden worden teruggedraaid. Een dergelijke actie en slimme argumentatie was typisch Cohn.8 De rechter vond de zaak echter ‘a waste of time and paper’ en verklaarde de tegeneis ongegrond.9
Een soortgelijk advies als Cohn aan de jonge Donald gaf gaf president Trump aan de Britse premier Theresa May in juli 2018 toen haar Brexit-gesprekken met de EU moeizaam verliepen. May: ‘He told me I should sue the EU. Sue the EU, not go into negotiations with them, sue them.’ Trump noemde zijn advies aan May later desgevraagd ‘a suggestion, I wouldn’t say advice. I could fully understand why she thought it was a little bit tough.’10
Copy Cohn – les 2. Always claim victory, whatever the outcome
Na twee jaar procederen liep het gevecht van Cohn en Trump in de rechtbank uiteindelijk in 1975 uit op een schikking, die ongeveer gelijk was aan wat de overheid al direct aan het begin had voorgesteld. De Trumps hoefden geen schuld te bekennen, wat essentieel was om achteraf te kunnen volhouden dat ze niets fout hadden gedaan. De deal verbood de Trump organisatie ‘personen te discrimineren betreffende voorwaarden of verkoop- of verhuurprivileges van een woning’. De Trumps verplichtten zich ‘persoonlijk en in detail op de hoogte te stellen’ van de Fair Housing Act. Bovendien moesten de Trumps de advertenties betalen waarmee minderheden de verzekering kregen dat zij gelijke rechten hadden op een huis.11
Het jarenlange gevecht had niets opgeleverd, maar in zijn boek schetste Donald de uitkomst als een overwinning, zoals we dat van hem hebben leren kennen in zijn rol als president: ‘In the end the government couldn’t prove its case, and we ended up making a minor settlement without admitting any guilt. Instead, we agreed to do some equal-opportunity advertising of vacancies for a period of time in the local newspaper. And that was the end of the suit’.12 Dat was een leugen, want de regering had een zee aan bewijzen en getuigenverklaringen ingebracht. Een andere bewering van Trump, dat het geen zaak tegen hen was, maar dat er heel veel verhuurders waren die met die rechtszaak vervolgd werden, klopte ook niet. Het ministerie van Justitie eiste de overwinning op en de krantenkoppen gaven Justitie gelijk: ‘Minderheden winnen huisvestingszaak’.13
Copy Cohn – les 3. Threats work, but not always
‘You piece of shit! We are going to ruin you! You have a lot of fucking nerve!’ schreeuwde Roy Cohn in 1974 door de telefoon tegen David Rosenthal, een 21-jarige verslaggever van de New York Post. Rosenthal had de vorige dag een stuk gepubliceerd over enorme gelddonaties aan Hugh Carey, die kandidaat was om de gouverneur van New York te worden. De donaties bleken allemaal afkomstig vanuit gebouwen van Fred Trump, had Rosenthal ontdekt. Rosenthal vreesde het einde van zijn loopbaan, maar er gebeurde niets. Zijn verhaal klopte volledig.14
Een van Trumps managers herinnerde zich dat Donald een grote foto van Cohn in zijn bureaulade had, die hij tevoorschijn haalde om tegenstanders te intimideren: ‘Would you rather deal with him?’15 In de discriminatiezaak in 1973 had een blanke activiste die undercover een pand van de Trumps had gehuurd, samen met mede-activisten ‘a constant pattern and practice of discrimination’ in Trumpgebouwen ontdekt. De overheid had onder andere bewezen dat een Trumpmedewerker opdracht had gekregen om huuraanvragen van zwarte Amerikanen met een ‘C’ (voor ‘colored’) te coderen. De medewerker, die anoniem wilde blijven, was bang dat de Trumps hem wilden laten vermoorden. Zo erg was het niet, maar hij kreeg wel bezoek van Roy Cohn, die een nieuwe getuigenis had geschreven. Daarna veranderde de man zijn beweringen ten gunste van de Trumps en zei bovendien dat de advocaat van Trumps opponent had gezegd dat hij moest liegen omdat hij anders naar de gevangenis zou moeten.16
Biograaf Wayne Barrett werd ook door Trump bedreigd: ‘I’ve broken one writer. You and I’ve been friends and all, but if your story damages my reputation, I want you to know I’ll sue.’17 Hij zou dan met Roy Cohn te maken krijgen.
THE SECRET TO WINNING BATTLES
Over het nut van bedreigingen schreef Cohn in zijn boek How to Stand up for Your Rights & Win!:18 ‘The secret to winning battles is avoiding the necessity of fighting them. It’s true in war, sport and life.’ Het is vanuit dat principe, geleerd van Cohn, dat Donald Trump, wiens leven afhangt van het winnen van elk gevecht, zo vaak bedreigingen uit naar zijn tegenstanders, hoe absurd soms ook, met de onderliggende bedoeling om het gevecht te vermijden. Daarbij vergeet hij wel eens wat zijn leermeester verder nog zei. Cohn: ‘Threats work when they prevent adverse reaction: the best weapons are those who never fired in action.’ Trump uit vaak dreigementen die hij niet waar kan maken met acties, of hij dreigt en komt er later nooit meer op terug. Bij Wayne Barrett werkte Trumps dreigement niet en de aangekondigde aanklacht kwam er ook nooit.
Maar toen auteur Robert Slater in 2004 een boek over Trump wilde schrijven kreeg hij te maken met dezelfde strategie die Trump had geprobeerd bij Barrett. Al na drie interviews met mensen uit Trumps omgeving ontving Slater een e-mail van Trumps advocaat: ‘Be advised that Mr. Trump has instructed me to take such action … which may include, but will not be limited to, bringing an action to enjoin you from publishing and disseminating the book…’
YOU ACTUALLY THREATENED TO SUE ME
Trumps dreigement bleek loos – drie weken later werd Slater alsnog door Trump gebeld. Trump was te rade gegaan bij GE-topman Jack Welch, waar Slater ook een boek over had geschreven, en die was positief geweest over de biograaf. Slater heeft 9 interviews met Trump gehad. In het tweede interview vroeg Slater Trump nog even naar het waarom van diens bedreiging.
Slater: ‘You actually threatened to sue me.’
Trump: ‘I did?’
Slater: ‘You did.’
Trump: ‘Oh, Okay.’
Slater: ‘I assume you knew that.’
Trump: ‘I actually think I did. But I didn’t think of it then. Hard to believe because you’re such a nice guy.’ Hierop liet Slater hem de brief zien. Trump wuifde het weg met een handgebaar.
Trump: ‘Well, I heard there was a guy going around doing a book. I might as well put him on notice because I have so many false things written about me, it pisses me off. I sue people when I get screwed.’ Een van de eerste mensen die door Slater was geïnterviewd bleek Trump vervolgens te hebben ingelicht over de auteur. De geïnterviewde had gezegd: ‘he doesn’t sound so friendly’, waarop Trump had gezegd: ‘All right, fuck him. Let’s write him a letter and say we’re going to sue your ass off if you write false statements.’19
In het geval van Slater had Trumps bedreiging wel het gewenste effect gehad. Slaters boek was gespeend van elke kritiek op zijn hoofdpersoon. Precies zoals Trump het graag had.
Copy Cohn – les 4. Avoid paying taxes
Roy Cohn pochte dat hij nooit federale belasting betaalde. Hij verhuisde er voor van New York State naar Connecticut. In zijn boek besteedde hij een heel hoofdstuk aan Tax Avoidance, belastingontduiking.20 Zijn redenatie was als volgt. Het is een lange alinea, maar om een gevoel te krijgen van de redeneertrand van Cohn interessant om te lezen. Het voorzag Trump tevens voor de rest van zijn leven een vorm van zelfrechtvaardiging voor het betalen van zo weinig mogelijk of geen belasting.
‘More so than any other institution in these free and United States, the IRS (Internal Revenue Service, de Amerikaanse belastingdienst, FS) smacks of a police state with police state methods …
All this procedure must be viewed in the context of where tax money goes. Much of it goes to welfare recipients, many of whom file false claims. Some of the rest goes to unemployment compensation for those who don’t want to work.
Taxpayers also pay for civil service employees, many of whom are bloated bureaucrats frozen into needless jobs. Our taxes go as well to unnecessary politicial hacks, and to foreign aid, where big money is ritualistically poured into countries that hate our guts.
All of this hardly provides an incentive to overpay taxes or to earn more taxable income than we need.’
Dit betekende volgens Cohn niet dat hij een lans brak voor het niet betalen van wettige belasting, maar: ‘Avoidance and minimIzation (as opposed to evasion) of taxes is permissible. Such concepts as depreciation, depletion, and investment credit substantially reduce or wipe out the tax liability of many of the rich.’ Daar werd Cohn expert in. Ondertussen liet hij aan Trump zien hoe het belastingspel het beste gespeeld kon worden.
IT WOULD BE SQUANDERED
Trump nam het vermijden van belastingen en Cohns zelfrechtvaardiging over. Hij gebruikte bijvoorbeeld een miljard aan dubieuze bedrijfsverliezen om zijn belastbare inkomen zo te verlagen dat hij 10 jaar lang helemaal geen belasting betaalde.21 Het zal een van de redenen zijn geweest dat Trump zijn belastingaangifte niet aan belastingbetalende kiezers wilde laten zien, toen hij in de race was om het ambt te gaan bekleden dat bekostigd wordt met hun belastinggeld. Het leidde tot de volgende woordenwisseling tussen Hillary Clinton en Donald Trump tijdens hun eerste presidentiële TV-debat in 2016.
Clinton: ‘The only years that anybody’s ever seen (of his tax returns, FS) were a couple of years when he had to turn them over to state authorities when he was trying to get a casino license, and they showed he didn’t pay any federal income tax.’
Trumps antwoordde ad rem: ‘That makes me smart’.
Toen Clinton even later opmerkte dat ‘maybe … you haven’t paid any federal income tax for a lot of years’, zei Trump: ‘It would be squandered, too, believe me.’22
CIVIL SERVANTS AND POLITICAL HACKS
Trumps claim dat zijn belastinggeld zou worden verspild is een rechtstreekse verwijzing naar Cohns claim in zijn boek, dat ‘ons’ belastinggeld wordt verspild: ‘Taxpayers also pay for civil service employees, many of whom are bloated bureaucrats frozen into needless jobs. Our taxes go as well to unnecessary politicial hacks, and to foreign aid, where big money is ritualistically poured into countries that hate our guts.’ In dezelfde uitspraken werd duidelijk hoe Cohn dacht over ambtenaren, politici, buitenlandse hulp en ontwikkelingslanden. Dat wereldbeeld heeft Trump onverkort overgenomen.
Het antwoord van presidentskandidaat Trump was dus geheel in de geest van zijn leermeester Roy Cohn, die decennia lang te maken had met IRS-audits, doordat hij weigerde federale belasting te betalen. Cohn leefde ondertussen als een multimiljonair. Wel schepte hij openlijk op dat hij geen inkomen had en claimde hij dat al zijn onkosten werkgerelateerd waren. Smeergeld liet hij bij voorkeur cash of in natura uitbetalen. Zijn bemiddelde klanten, waaronder de maffia, gaven hem onder meer een Rolls, een zomerhuis, een jacht, een Bentley en een Cadillac.23
Copy Cohn – les 5. When you’re indicted, don’t worry
Donald Trump wist heel goed met wie hij zich inliet: ‘Right from the first, I knew that Roy was no Boy Scout. He admitted that he’d spent two-thirds of his adult life under indictment for some charge or another.’24 Roy Cohn was er trots op dat er altijd wel een aanklacht tegen hem liep. In de jaren ’60 had hij al twee strafrechtelijke zaken overleefd. In 1970 was hij ‘under indictment’ in zowel New York als Illinois. Ook dat kwam hij ongeschonden door. Meestal ging het om fraude.25
SUCH MISCONDUCT IS INEXCUSABLE
Pas in 1986, tegen het einde van zijn leven, toen hij al ongeneeslijk ziek was, werd hij geroyeerd als advocaat, beschuldigd door het hooggerechtshof van de staat New York wegens ‘oneerlijkheid, fraude, misleiding en bedrog’. Dit keer trof Cohn een rechter die niet aan zijn kant stond: ‘For an attorney practicing for nearly 40 years in this state, such misconduct is inexcusable.’26
Copy Cohn – les 6. Know what’s important to deny and don’t yield from it
Cohn was een meester in het verzinnen van een creatieve rechtvaardiging voor een misdrijf. Geld geven aan een ‘arme’ politicus, zoals vice-president Spiro Agnew – ‘Agnew was a poor man’– was geen ‘bribe’. Als dat al niet mocht hadden we een regering die uitsluitend uit miljonairs zou bestaan.27 Maar hij was nog beter in ontkennen. In zijn boek schreef Cohn: ‘Know what’s important to deny and don’t yield from it.’28 Hij wist precies welke minder belangrijke feiten hij kon toegeven en welke belangrijke zaken hij bleef ontkennen.
Ontkennen is ook altijd Trumps eerste reactie op alles wat hem niet goed uitkomt en dat houdt hij zo lang mogelijk vol, ook al zijn het zijn eigen woorden die iedereen terug kan zien op video, terug kan horen op tape, of terug kan lezen in een geschreven tekst. Hij is echter minder slim dan Cohn in dat opzicht en sommige adviezen van Cohn is hij kennelijk vergeten, zoals het toegeven van minder belangrijke zaken.
THIS ABILITY TO DENY
Het beste voorbeeld van Roy Cohns vaardigheid op dit gebied is zijn categorale ontkenning dat hij gay was. Cohn-biograaf Sidney Zion zei dat zelfs uitgever Jerry Finkelstein, de man die alles wist, niet kon geloven dat Cohn homoseksueel was: ‘That’s impossible. I know Roy, that can’t be’. Toen Cohn door Esquire in 1978 werd geïnterviewd voor een befaamd geworden profielschets zei hij over homoseksualiteit: ‘Anybody who knows me or knows anything about me or who knows the way my mind works or knows the way I function in active life, would have an awfully hard time reconciling that with any kind of homosexuality. Every facet of my personality, of my aggresiveness, my toughness and everything along those lines is just totally, I suppose, incompatible with anything like that.’
Bovenstaande tekst, bewaard op tape, werd geschrapt in het gepubliceerde interview, maar er blijkt wel uit waarom hij zichzelf niet kon zien als homofiel: in zijn ogen was dat onverenigbaar met ‘agressiveness’ en ‘toughness’. Beide aspecten waren essentieel voor zijn zelfbeeld. Homoseksuelen waren zwak en niet agressief en dus was hij geen homo, beweerde hij. Zelfs zijn biograaf Zion heeft Cohn er nooit rechtstreeks naar durven vragen. Zion: ‘I knew he would have denied it, anyway.’ Zion voegde er aan toe: ‘This ability to deny, even on a certain internal level, is hardly unique to Roy Cohn or other closet queens.’29 Donald Trump bezit hetzelfde vermogen tot ‘denial’, zelfs op een innerlijk niveau. Deze ‘les’ ging dus over het vermogen om het onderscheid te maken tussen de onderwerpen waar je over moet liegen en waar dat niet hoeft. De volgende les gaat over de techniek van het ontkennen. De kracht ligt in de herhaling en de stelligheid.
Copy Cohn – les 7. Deny, deny, deny
Een belangrijke vaardigheid die Trump van Cohn had geleerd was het altijd ontkennen van elk ongunstig bericht of elke aantijging, ongeacht of het waar was of niet. Het vermogen om zaken volledig te ontkennen bezit Trump nog steeds. Zijn vroeg ontwikkelde vaardigheid om dat vermogen consequent toe te passen heeft iedere televisiekijker tijdens de coronabriefings in het Witte Huis regelmatig kunnen waarnemen, in de eerste helft van 2020. Zelf als het gaat om het ontkennen wat hij in eerdere uitspraken heeft ontkend.
Redenen om zich de kunst van het ontkennen eigen te maken waren er genoeg in het leven van Donald Trump en zijn familie. Biograaf David Cay Johnston schreef in zijn boek The Making of Donald Trump30 over de arrestatie van Fred Trump, Donalds vader, toen Fred 21 jaar oud was. Fred was betrokken bij een veldslag tussen 100 politieagenten van New York en 1000 leden en supporters van de Ku Klux Klan, van wie er velen in witte jurken waren gekleed. De rel had plaatsgevonden in Jamaica, de wijk in Queens waar Fred woonde. De politie had hem gearresteerd omdat hij en anderen hadden geweigerd zich te verspreiden, maar aanklagers hadden er van afgezien hem en vele anderen te berechten.
Johnston schreef: ‘Almost 9 decades later, his son Donald, running for president, tried to deny the whole thing, claiming his father never lived at the address the newspapers had obtained from police records. Other public records verify that it was indeed his father’s address. They also show only one Fred Trump living in Queens during that period.’31 Nadat de website boingboing.net over het incident had geschreven, nadat het een krantenartikel uit 1927 van The New York Times boven water had gehaald, werd Donald er naar gevraagd door de The New York Times, in een interview in 2015. Johnstons weergave van Trumps woorden spreekt boekdelen over Trumps poging de waarheid onder het tapijt te vegen. Let op de herhaling, een belangrijk kenmerk van Copy Cohn – les 7. deny, deny, deny (2 keer ‘it never happened’, 2 keer ‘unfair’ of ‘not fair’ en 8 keer ‘no charges’) en de onbewuste aankondiging van de leugen met de woorden ‘to be honest’.
IT NEVER HAPPENED, TOTALLY FALSE
Trump: ‘It never happened. And they said there were no charges, no nothing. It’s unfair to mention it, to be honest, because there were no charges. They said there were charges against other people, but there were absolutely no charges, totally false … Somebody showed me that website – it was a little website and somebody did that. By the way, did you notice that there were no charges? Well, if there are no charges that meant it shouldn’t be mentioned … Because my father, there were no charges against him, I don’t know about the other people involved. But there were zero charges against him. So assuming it was him – I don’t even think it was him, I never even heard about it. So it’s really not fair to mention. It never happened … if there are no charges that means it shouldn’t be mentioned.’32
David Cay Johnston concludeerde dat Trumps uitgangspunt dat ‘events not resulting in criminal charges should not be mentioned in the news’ aan de basis lag van diens consistente pogingen ‘to limit inquiries into his conduct’.33 Dat gold nog steeds en zelfs in versterkte mate tijdens zijn presidentschap, zoals later zou blijken. Behoefte aan ‘inquiries into his conduct’ was er genoeg. Trumps bereidheid er aan mee te werken was nihil.
Copy Cohn – les 8. Work with, not against the maffia
‘In those days, nobody became US Attorney in New York without the O.K. from the mob’, schreef Roy Cohn. Hij schepte zelfs op hoeveel baat hij had gehad van de banden tussen zijn familie en de vijf belangrijkste maffiafamilies in New York.34 Trump kon volop zijn voordeel doen met de goede relaties van Cohn met de maffiabazen. Een van hen, John Cody, was bijvoorbeeld het corrupte hoofd van de vakbond van betonchauffeurs. Aangezien Trump Tower niet met staal, maar met beton werd gebouwd, had de vakbondstaking in de zomer van 1982 ook Trump kunnen treffen, ware het niet dat via Cohns connecties de toevoer alleen bij Trump gewoon door ging.
JOHN CODY WAS REAL SCUM
Tegen Wayne Barrett zei Cody: ‘Donald liet zijn contacten met mij het liefst via Roy Cohn lopen.’ Trump hielp ook Cody’s vriendin met drie apartementen in zijn Trump Tower, zowel met een verbouwing als met een lening. Trump en de vriendin kregen ruzie nadat Cody was veroordeeld en in de gevangenis zat. Trump eiste geld van haar en zij beschuldigde Trump van het aannemen van smeergeld van aannemers.35
Biograaf Timothy O’Brien vertelde in zijn biografie van Trump dat Donald eerst zeker wilde weten of Cody echt dood was (in 2001), voordat hij stellig beweerde: ‘You know how I dealt with him? I told him to go fuck himself all the time. If you say it enough, they go on and go after somebody else. This guy was one psychopathic crazy bastard … There was something wrong with him mentally. John Cody was real scum.” Dat zou hij nooit hebben durven zeggen als Cody nog had geleefd op dat moment. Enige reserve bij Trumps beweringen is overigens gepast, want volgens Barbara Res, die de leiding had over de bouw van Trump Tower, gingen Donald en zijn vrouw destijds uiterst vriendschappelijk om met Cody’s vriendin.36
Twee van Trumps favoriete films zijn The Godfather en The Godfather II. Nu is dat niet verrassend, want die films staan zo ongeveer bij elke filmliefhebber in de top 10. Onduidelijk is met welk personage Trump zich het meeste identificeerde, de originele godfather, gespeeld door Marlon Brando, of de zoon, gespeeld door Al Pacino. Ik gok op de zoon, aangezien Michael Corleone niet de oudste zoon was en oorspronkelijk niet beoogd was als opvolger van de grote baas, net als Donald, maar aan het einde van de film toch de troon bestijgt en de hoofdrol speelt in de vervolgfilm. Maar daar gaat het mij niet om in dit hoofdstuk over Roy Cohn. Het punt van aandacht is dat Trump in het echte leven via Cohn regelmatig zelf te maken had met de maffia, en niet alleen met John Cody. Tijdens een bijeenkomst met vijf Trumpbiografen in april 2016 kwamen de banden met de maffia ook ter sprake. De expert op dat gebied was Wayne Barrett, die zei: ‘The heads of all five crime families, according to federal files, used to meet in Roy Cohn’s office.’37
Daar hadden de maffiabazen een goede reden voor, volgens Barrett: ‘Because they could all claim lawyer-client privilige, and the feds couldn’t eavesdrop on any of the conversations. So Roy was pivotal with all five crime families in New York.’
FAT TONY SALERNO MET WITH DONALD IN ROY COHN’S OFFICES
Onderzoeksjournalist Barrett, die bekend stond om zijn gedegen research, kende op dat gebied geen enkele twijfel:‘Absolutely, totally the fact that I reported in my book is that the head of the Genovese crime family at the time, Fat Tony Salerno – who only got 100 years in prison, subsequent to this; he died there – met with Donald in Roy Cohn’s offices, and Donald winds up using a concrete company that Fat Tony controlled, at Trump Plaza.’37
Wall Street Journal-journalist Michael Rothfeld bracht in 2016 een aantal directe en indirecte maffiaconnecties van Trump in kaart, en vroeg Trump om een reactie. Er volgde een vaag verhaal, met de nodige ontkenningen, ontwijkende antwoorden en semi-verklaringen (sommige betonleveranciers leverden gewoon heel goed en snel werk af). Trump zei: ‘I’m the cleanest guy there is.’38 Aan zijn dochter Ivanka, die bij het interview met de journalist aanwezig was, vroeg Trump of zij wel eens maffiafiguren in zijn kantoor had gezien. Haar antwoord was ‘no’. Zo vader, zo dochter. Deny, deny, deny.
Dictators en maffiabazen hebben veel met elkaar gemeen, zoals hun vermogen om te liegen of te zwijgen. Donalds ervaringen in New York en gokstad Atlantic City kwamen hem goed van pas toen hij eenmaal in Het Witte Huis woonde en werkte. Zoals Trump destijds omging met maffiabazen, ging hij als president om met de dictators van deze wereld. Vriendelijk en voorkomend als hij zaken met ze wilde doen, zoals met Poetin, Erdoğan, Xi Jinping en Kim Jong Un. Confronterend als hij niets aan ze kon verdienen of als hij ze als vijand kon benutten voor binnenlandse politieke doeleinden, mits hij zich sterk genoeg wist, zoals met Maduro.
Copy Cohn – les 9. Pay politicians of both parties
In zijn autobiografie schreef Roy Cohn: ‘I’m hardly one of those Boy Scouts who run around promoting phony ethics laws and rules regarding money and politics. I once gave Nixon an envelope with $5,000 in it.’39 Cohns wereld bestond uit diensten en wederdiensten en de grens tussen smeergeld en campagnedonaties was destijds flinterdun (en is dat nog steeds). Hij adviseerde Trump ruim te doneren aan verkiezingscampagnes van zowel Republikeinse als Democratische kandidaten, om het zakendoen te vergemakkelijken of zelfs gewoon mogelijk te maken. Natuurlijk waren er toen ook al wettelijke regels, maar het was de kunst om die te omzeilen. Trump doneerde in een jaar bijvoorbeeld $150,000 aan lokale kandidaten in New York, daarbij de betalingen spreidend over verschillende dochterondernemingen, om de officiële limieten te omzeilen. Toen dat ontdekt werd en Trump beschuldigd werd van het overtreden van deze wetten was zijn verweer, onder ede: ‘Well, my attorneys basically said that this was a proper way of doing it’.40