Project omschrijving

2.12 Grootheidswaan (deel 1)

Op 16 januari 1989 was het eindelijk zover: Donald Trump stond op de voorpagina van TIME. Zijn doel was bereikt: hij was 42 jaar oud en officieel beroemd. De schrijver van het begeleidende stuk, Otto Friedrich, begon het artikel met een aantal kenmerkende uitspraken van Trump, zoals ‘Who had done as much as I have? No one has done more in New York than me,’ en ‘I love to have enemies. I fight my enemies. I like beating my enemies to the ground.’ Natuurlijk had hij ook gemerkt dat niet iedereen positief over hem sprak, maar dat had hij een verklaring voor: Those who dislike me don’t know me, and have never met me. My guess is that they dislike me out of jealousy.’1 De interviewer van TIME, Jeanne McDowell, reisde met hem mee in zijn helikopter en vroeg aan Trump: ‘Have you ever thought about psychotherapy?’ Hierop antwoordde de vastgoedmagnaat dat hij geen tijd had om na te denken over zijn problemen.

THE NEWLY EMERGING PERSONALITY

Trumps hoogmoed had alles te maken met zijn neiging de positieve persberichten over hem te geloven. Riso & Hudson schreven over de Winnaar op het niveau van de Zichzelf Promotende Narcist: ‘Als we ons imago op de juiste wijze managen, kunnen ook wij een ster worden – of wie weet zelfs wel een god.’2 Donald ging op een bepaald moment inderdaad denken dat hij een god was, die alles kon en overal mee weg kwam. Hoogmoed is het voorstadium van grootheidswaan, een van de 10 kenmerken van een dictator.

Wayne Barrett, de journalist die Trump bijna 20 jaar op de voet volgde, schreef over de neiging van Trump om steeds meer te gaan geloven in het beeld dat de bladen van hem schetsten: This newly emerging personality – fed by the cover stories in TIME and elsewhere, the best-selling success of his first book, the fawning television interviews – was so explosively erratic that he frightened and concerned those around him who cared.’3

INTERNALIZING HIS OWN MEDIA HYPE

Barrett schreef:‘His legendary office rages over the pettiest of problems, his penchant for internalizing his own media hype, his radical mood swings and transparent optimism were convincing those around him that he had to be protected from himself.’ Mensen in Donalds omgeving maakten zich zorgen:They increasingly saw him as if he were on a self-destructive earthbound plunge from the magical heights they’d helped him achieve.’4

Naarmate de jaren ’80 vorderden kocht Trump alles waar zijn  begerige oog op viel, totdat de wal het schip keerde. ‘Here I’d bought a building from the great Harry Helmsley (and he was indeed a great man who, unfortunately, married the wrong woman) and sold it at a huge profit.’ Dat schreef Donald Trump in 1997 in zijn boek The Art of the Comeback5 over zijn aankoop van het St. Moritz-hotel (tegenwoordig het Ritz Carlton Hotel). Trump: ‘I called Harry … We negotiated back and forth, and finally we settled on a price that I think was fair, based on the hotel’s earnings.’6

THIS FURTHER PROVED MY INVINCIBILITY

Wat Trump er in zijn boek niet bij vertelde was dat hij $72 miljoen betaalde, maar tegen verslaggevers had gelogen dat hij slechts $31 miljoen had betaald.7 Hij had helemaal niet zo goed onderhandeld, maar hij moest en zou het hotel, dat zo belangrijk was geweest voor zijn rolmodel Harry Helmsley, gewoon hebben. Hij verkocht het St. Moritz een paar jaar later overigens weer door met een grote winst. Het ging allemaal zelfs vrij gemakkelijk. Trump: ‘In my eyes this further proved my invincibility. How could I possibly fail?’

In The Art of the Comeback8 genoot hij nog na over die voorbije hoogtijdagen, de jaren ‘80: ‘Fortunately, I did get off one deal before the deluge – and it was a beauty. I had acquired a terrific property in the midtown Manhattan for $70 million from Harry and Leona Helmsley, and a short while later, in 1989, I sold it to Alan Bond for $180 million.’

I FELT I COULD DO NO WRONG

Trump: ‘That’s about a $110 million profit on the deal, which just reinforced what I stated before, that I felt I could do no wrong, that I didn’t know how to hit anything less than a grand slam home run.’ Volgens John O’Donnell, een van zijn topmanagers in Atlantic City, sloot Donald die deal tijdens een diner en was hij inderdaad his smoothest, most convincing best’.9

Trump was bij het maken van zijn deal met Alan Bond niet alleen op zijn ‘most convincing best’, maar ook op zijn meest leugenachtig. Hier was een meesteroplichter aan het werk geweest. O’Donnell: ‘What made Donald deadly in these circumstances was that he embellished facts so often you’d wonder sometimes if he’d bought into the con himself.’

Wat Trump er dit keer in zijn boek niet bij vertelde was dat hij de Australische Alan Bond niet had uitgelegd dat hij geen eigenaar was van de grond onder het hotel, maar aan een lease vastzat. Hij was er nog trots op ook dat hij Bond had opgelicht. Trump zei tegen O’Donnell: ‘This is one of the best deals I ever made in my life. I really, really whipped this guy, really took the sucker for some big money.’10

IT’S A PIECE OF CANVAS WITH SOME PAINT ON IT

Trump heeft het bij gebouwen wel eens over ‘a piece of art’ en hij is ook een groot bewonderaar van mooie vrouwen, maar als het om schilderkunst gaat is hij een ware kunstbarbaar. Wat hij er in zijn eigen boek namelijk ook niet bij vertelde was dat Bond hem een schilderij van Van Gogh, ‘Irissen’, aan had geboden, als deel van de betaling van het St. Moritz-hotel. Dat aanbod had Trump afgeslagen: ‘What would I do with “Irises”? You know what “Irises” is? It’s a piece of canvas with some paint on it.’11

Kunstkenner Alan Bond had ‘De Irissen’ van Van Gogh twee jaar eerder gekocht voor AUS $54 miljoen op een veiling van Sotheby’s, het hoogste bedrag ooit betaald voor een schilderij. Nu moest hij het al weer verkopen, uit geldnood. Tegenwoordig is het schilderij eigendom van het J. Paul Getty Museum in Los Angeles.

IT’S NOT JUST A PAINTING

Het succes van Trump was het succes geweest van een briljante oplichter. Dat zijn succes ten koste ging van anderen maakte zijn geluk eerder groter dan kleiner. Niemand had dan ook medelijden met Trump toen korte tijd later zijn eigen bedrijven failliet gingen. Maar dat dat hem boven het hoofd hing wilde Donald in 1989 nog niet bevroeden. Tot dat moment was hij vrijwel altijd overal mee weggekomen. De bomen groeiden nog steeds tot in de hemel. Trump was er met de verkoop van zijn hotel goed vanaf gekomen, maar het was de koper een stuk minder goed vergaan. Alan Bond ging korte tijd later failliet, gebukt onder een grote schuldenlast. Daar was bij Bond een lange periode van spilzieke hoogmoed aan voorafgegaan, en na zijn faillisement had hij zijn leven bepaald niet gebeterd.

Anders dan Donald Trump was Alan Bond arm geboren. Hij werd beroemd en berucht in Australië, mede door een historisch corruptieschandaal in de jaren ’80 en een gevangenisstraf van vier jaar in de jaren ’90. Hij overleed in 2015 op 77-jarige leeftijd.13 In tegenstelling tot Trump koesterde hij een oprechte liefde voor de schilderkunst en was hij een gepassioneerd kunstverzamelaar. Als 16-jarige jongen was hij ooit begonnen als reclameschilder. Misschien lag daar de oorsprong van zijn liefde voor de schilderkunst. Bond zei over ‘De Irissen’: ‘It’s not just a painting. It’s the most important painting in the world.’14

Later bleek dat Sotheby’s hem $27 miljoen had geleend voor de aankoop en dat hij dat bedrag nog niet had terugbetaald. Hij moest en zou het kopen en het veilinghuis wilde kennelijk graag het duurste schilderij ooit op hun naam hebben. Donald Trump had in de jaren ’80 bepaald niet het patent op hoogmoed.

VAN HOOGMOED NAAR GROOTHEIDSWAAN

De geschiedenis van de mensheid is in niet geringe mate gevormd door de grootheidswaan van dictators. Wanneer hun grootheidswaan gepaard ging met hun expansiedrift ondervond niet alleen hun eigen volk, maar ook de rest van de wereld de gevolgen daarvan, tot op de dag van vandaag. In Het Dictatorvirus15 beschreef ik onder meer de voorbeelden van Alexander de Grote, Napoleon, Hitler, Poetin, Xi Jinping en Erdoğan. Grootheidswaan is bij dictators een stadium in hun ontwikkeling dat pas aan de orde is als het stadium van hoogmoed is doorlopen.

De fuik die tot megalomanie leidt
© Frank Schaper

Die stap van hoogmoed naar grootheidswaan vergt een aantal successen, maar opmerkelijk genoeg ook een aantal mislukkingen, tegenslagen of nederlagen. Die werpen de persoon weliswaar tijdelijk terug, maar krijgen hem niet klein. Indien ze dat wel doen haalt de persoon meestal niet de geschiedenisboeken. Biografieën van dictators staan dan ook bol van mislukte coups, gevangenschappen, ballingschappen, aanslagen en andere tegenslagen, gevolgd door succesvolle comebacks.

Juist die ervaringen sterken de dictator in zijn geloof in de voorzienigheid, het lot, God en zichzelf. Door de opeenvolging van successen, overleefde tegenslagen en geslaagde comebacks kan de dictator zich onkwetsbaar of onsterfelijk gaan wanen. Zo ging het ook bij Donald Trump, zowel in zijn recente politieke loopbaan als in zijn daaraan voorafgaande, zakelijke carrière. De jaren ’80 in zijn leven kenmerkten zich door een langzame, maar gestage opbouw naar zijn eerste ondergang, gevoed door zijn ongebreidelde hoogmoed.

YOU DO FEEL INVULNERABLE

‘Everyone can’t be the best.’ Zomaar een citaat uit het lovende interview in Newsweek in september 1987.16 Het tijdschrift had Trump op de voorpagina gezet en in het interview uiterst vriendelijk bejegend. Trump herinnerde de interviewer aan zijn succesreeks: ‘I had a great string [of deals] and I think it was Business Week, and they had this great story: Everything he touches turns to gold.’

In gesprek met biograaf Tim O’Brien blikte Trump in 2005 terug op de periode waarin hij dacht onaantastbaar te zijn. Trump: The fact is, you do feel invulnerable. And then you have a tendency to take your eye off the ball a little bit and hunt around for women.’17

HOOGMOED, IJDELHEID EN ARROGANTIE

Hoogmoed is iets anders dan overmoed, betoogde ik in mijn boek 100% Zelfvertrouwen (2012).18 Hoogmoed is de overtreffende trap van zelfvertrouwen en het kan een enorme valkuil zijn, maar het is soms ook een noodzakelijke vereiste om het schijnbaar onmogelijke toch na te durven streven. Voorbeelden van topfunctionarissen in het zakenleven halen in dit verband geregeld het nieuws. In Amerika denk je dan al gauw aan zo iemand als Elon Musk, die na een vermogen verdiend te hebben met zijn rol in PayPal, zijn kapitaal (en dat van anderen) stak in zijn autofabriek Tesla en in zijn ruimteproject SpaceX. Het toppunt van zijn hoogmoed leek mij het lanceren van zijn rode Tesla-cabriolet met astronautenpop achter het stuur, om deze als een satelliet rondjes te laten draaien in een baan om de zon. In de daaropvolgende jaren balanceerde zijn bedrijf regelmatig op het randje van de afgrond.

Zo spectaculair wordt het meestal niet in Nederland. Bij gevallen van hoogmoed in het Nederlandse zakenleven denken we al gauw aan Dirk Scheringa (DSB Bank), Nina Brink (World Online), Cees van der Hoeven (Ahold) of Rijkman Groenink (ABN Amro). Van der Hoeven leidde maar liefst 50 overnames en werd in de jaren ’90 vijf keer achter elkaar uitgeroepen tot ‘Topman van het Jaar’. Maar in 2003 bleek hij zijn hand te hebben overspeeld en stortte het hele kaartenhuis in elkaar. Auteur Jeroen Smit schreef over hem Het drama Ahold. Daarna koos Smit Willem Rijkman Groenink als onderwerp van zijn volgende boek De Prooi. Rijkman Groenink werd in 2005, als voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN Amro nog door Elsevier gekozen tot ‘Nederlander van het Jaar’, maar door mislukte fusieperikelen raakte zijn imago in een vrije val vanaf 2007.

Jeroen Smit concludeerde: ‘Beide mannen hebben keer op keer promotie gemaakt. Ze hebben alle gevechten gewonnen. Na een tijdje beginnen ze te geloven dat hun waarheid meer waar is dan de rest. Ze raken afgesloten van de realiteit. Het kan leiden tot hoogmoed, ijdelheid en arrogantie.’19

HYBRIS

Hoogmoed is in mijn visie niet per definitie slecht. Vaak wel, maar vaak ook niet. Smit koos in 2019 voor zijn meest recente boek, Het Grote Gevecht, wederom een Nederlandse topman, Paul Polman, als hoofdrolspeler. Na de wereldwijde economische crisis van 2008, veroorzaakt door hebzucht en overmoed, wilde Polman, de CEO van Unilever, dat zijn multinational een hoofdrol zou spelen bij het uitbannen van armoede en het aanpakken van het klimaatprobleem. Lovenswaardig, maar hoogmoedig. Ook zijn hoogmoed kwam voor de val, zoals het spreekwoord vereist.

Ik heb hier bewust een aantal relatief recente voorbeelden genoemd, daterend uit de periode na 1990, omdat veel Nederlanders zich die voorbeelden nog wel kunnen herinneren. Oudere Amerikanen kunnen zich in dit opzicht de jaren ’80 nog herinneren, waarin het kapitalisme onder Reagan hoogtij vierde, de jaren van Donald Trumps opkomst. Een tijd waarin hoogmoed welig kon tieren en een klassiek patroon volgde dat al in het oude Griekenland een naam had gekregen: ‘hybris’, de oorsprong van het Engelse ‘hubris’. Het woord ‘hybris’ werd gebruikt voor een machtige figuur vol opgeblazen trots en zelfvertrouwen. Een hoogmoedige loopbaan verliep als volgt.

YOU REALLY FEEL IT IS EASY

De held verwerft roem en bewondering door te slagen waar dat nauwelijks mogelijk leek. Die ervaring stijgt hem naar het hoofd: hij krijgt zoveel zelfvertrouwen in zijn eigen vermogens dat hij alles denkt te kunnen. Door dat overmatige zelfvertrouwen verliest hij zijn greep op de werkelijkheid, begint hij fouten te maken en bejegent hij anderen aanmatigend. Zijn Nemesis (de godin der gerechtigde wraak) geeft hem uiteindelijk zijn verdiende loon.20

Trumps hoogmoed uitte zich in de jaren ’80 in een manische, onbedwingbare en roekeloze jacht op gebouwen, bezittingen en vrouwen. Trump zou er jaren later op terugkijken: ‘Hunt around for models. And hunt around for shit instead of maybe doing what you’re supposed to. Because you really feel it is easy. I mean, you feel it’s easy.’21 Het gevolg was dat hij zijn focus verloor op de zakelijke kant van zijn imperium. Het ging hem allemaal te makkelijk af. Dat kon niet goed gaan.

I CAN’T LET ANYONE ELSE HAVE IT

Trump bezat in 1990 in Atlantic City drie casino’s, waaronder het grootste casino ter wereld: de Taj Mahal. Als hij het lot van een aantal van zijn rolmodellen, zoals ‘the great’ Harry Helmsley en William Zeckendorf Sr., had onthouden, zou hij de Taj Mahal nooit hebben gekocht. Zeckendorf was failliet gegaan en eindigde zonder fortuin. Helmsley eindigde weliswaar als een rijke man, maar was lichamelijk en mentaal te zwak om samen met zijn vrouw naar de gevangenis te gaan.

Toen de Taj Mahal nog in aanbouw was geweest, gestart door een ander concern dat in financiële problemen was geraakt, werd het gigantische casinohotel in de verkoop gezet. Tegen een vriend zei Trump: I have to have it. It’s the biggest hotel in Atlantic City. I can’t let anyone else have it but me.’22 Hij moest en zou het hebben en was er van overtuigd dat hij er een groot succes van zou kunnen maken, tegen alle verwachtingen en de adviezen van zijn managers in. Trump was volledig in de greep van zijn hoogmoed, op weg naar de spreekwoordelijke val. Plaats van handeling: de grootste gokstad van de Amerikaanse westkust.

OF ALL THE GAMBLERS DONALD WAS THE BIGGEST

Een van zijn topmanagers in Atlantic City, John O’Donnell, schreef er een boek over, met de titel Trumped! O’Donnell begon zijn voorwoord met de volgende woorden: ‘Gamblers are my profession. I’ve spent my life around many of the riches in the world. I know what excites and lures them. I’ve learned to think like them.Duizenden gokkers had hij van dichtbij meegemaakt.

Voordat O’Donnell voor Trump was gaan werken was hij in dienst geweest van casinomagnaat Steve Wynn (hieronder zien we Steve Wynn, samen met zanger Frank Sinatra, op de voorpagina van Gambling Times). Wynn was een belangrijk rolmodel van Trump, zoals te lezen is in het volgende hoofdstuk, 2.13. Drie jaar lang had O’Donnell een belangrijk aandeel gehad in het runnen van Wynns Golden Nugget en daarna het Trump Plaza Hotel & Casino.

Het laatste jaar van zijn tijd bij Trump was O’Donnell de hoogste baas geweest van Trump Plaza, direct rapporterend aan Donald Trump. Hij sprak dus uit eigen ervaring als hij over Trump sprak. O’Donnell concludeerde: ‘Of all the gamblers I’ve known who tempted fortune beneath the chrystal chandeliers of Trump Plaza’s casinos, Donald was the biggest.’ En hij voegde er veelzeggend aan toe: ‘And for a time he was the luckiest.23

Hoe Donald Trump acteerde eind jaren ’80 in Atlantic City, en hoe zijn acties voor hem en andere betrokkenen afliepen, was uiterst relevant voor Amerika anno 2020. Trump herhaalde namelijk zijn eigen geschiedenis. Einde jaren ’80 gokte hij er op dat hij zijn imperium oneindig kon uitbreiden en dat de economische wetten niet op hem van toepassing waren. Hij gokte verkeerd. In het begin van de coronacrisis gokte hij er op dat hij het virus kon negeren en dat epidemische natuurwetten niet op Amerika van toepassing waren. Hij gokte verkeerd.

Zijn Taj Mahal-casino moest en zou opengaan in april 1990, vond hij, terwijl het daar volgens zijn eigen casino-managers niet klaar voor was. Exact 30 jaar later moest en zou Amerika tijdens de coronacrisis weer opengaan ‘for business’, vond hij, terwijl het daar volgens zijn eigen corona-experts niet klaar voor was. Er waren natuurlijk een paar cruciale verschillen tussen toen en nu. Toen, in 1990, stonden miljoenen dollars en Trumps imago op het spel, waarvan het laatste voor hem het belangrijkste was. Toen verloor Trump, mede als gevolg van zijn hoogmoed. Nu, in 2020, was de inzet aanmerkelijk verhoogd, maar was ook zijn hoogmoed getransformeerd naar grootheidswaan. Dit keer stonden er triljoenen dollars, miljoenen banen, duizenden mensenlevens en Trumps herverkiezing op het spel, waarvan het laatste voor hem het belangrijkste was. Nu verloor Amerika, mede als gevolg van zijn grootheidswaan.

Het is een goede reden om de komende twee hoofdstukken dieper in te gaan op die laatste fase van de jaren ’80, in het leven van Donald Trump. Wie waren toen zijn rolmodellen en hoe gaf hij leiding aan een existentiële crisis?

  1. https://time.com/3969794/donald-trump-history/
  2. Enneagram Basisboek, Don Riso & Russ Hudson, 1996
  3. Trump, The Deals and the Downfall, p442-444
  4. Trump, The Deals and the Downfall, p442-444
  5. The Art of the Comeback, p9, Donald Trump with Kate Bohner, 1997
  6. The Art of the Deal, p177
  7. Trump, The Deals and the Downfall, p295
  8. The Art of the Comeback, p90
  9. Trumped!, p113
  10. Trumped!, p113
  11. Trumped!, p113
  12. https://news.artnet.com/market/top-artists-at-auction-2015-434054
  13. https://en.wikipedia.org/wiki/Alan_Bond
  14. https://news.artnet.com/market/top-artists-at-auction-2015-434054
  15. Het Dictatorvirus, p40, Frank Schaper, 2015
  16. Newsweek, september 1987
  17. TrumpNation, p127
  18. 100% Zelfvertrouwen, p113, Frank Schaper, 2012
  19. 100% Zelfvertrouwen, p113
  20. 100% Zelfvertrouwen, p113
  21. TrumpNation, p127
  22. Trumped!, p216
  23. Trumped!, voorwoord
Volgend hoofdstuk